Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Maar [4]gelijk] zij henlieden riepen, alzo gingen zij van [5]hun aangezicht weg; zij offerden den Baals, en rookten den gesnedenen beelden. 4. Dit is hier ingevoegd tot aanvulling van den zin, passende op het volgende woordje, alzo. Zie Ps.48:6. De zin is: Hoe meer Mozes en andere vrome dienstknechten Gods de Israelieten riepen om bij hun goeden God te blijven, en Hem aan te hangen, hoe meer zij daarentegen, onder de ogen der vrome profeten, afweken tot alle afgoderij, kerende God en zijnen profeten den rug en het dove oor toe, gelijk men zegt. Vergelijk onder vs.7, en boven hfdst.4 vs.7. 5. Van het aangezicht der profeten, die hen tot God riepen.